Queen Beatrix opens Huygens exhibition
Omroep Zeeland
Item about our project the Old Fashioned Room at the Zeeuws Museum. The museum is since 2007 developed from a traditional museum with dolls in costumes and period rooms into an interactive museum with a unique way of presenting and groundbreaking exhibitions.
Stads RTV Breda
An interview on the radio about our interactive facade projection at the Culture Night Breda.
TV Rijnmond
News item about Control Me Life at the Free Gaming festival.
De Havenloods
At the start of the Museumnight Rotterdam visitors were able to literal shine a light on the city. Rnul developed a spectacular musical artwork in which the vistitor plays the mainrole. With four big searchlights you were able to shine on all kinds of buildings and objects around the Schielandshuis.
NRC Handelsblad
Bron / Source: NRC Handelsblad, 8 december 2008
‘Worldmusic exhibition arranged ingeniously’ by Yaël Vinckx
Part of an article about the Music in Motion exhibition at the National Museum of Ethnology:
English:
And the installations, made by Rnul Interactive, are very ingenious. In the Rio de Janeiro room the visitor stands on an interactive dance floor where he is given his own samba-rhythm: among others a timbal (a flat drum) and an agogo (a dubble cowbell). By walking, dancing and waving the visitor produces sound and forms an orchestra together with the other visitors on the dance floor. They see themselves projected on the wall, with a beautiful beach as a backdrop.
Dutch:
En de installaties, van de hand van Rnul Interactive, zijn zeer vernuftig. Zo staat de bezoeker in de zaal Rio de Janeiro op een interactieve dansvloer waar hij een eigen sambaritme krijgt toebedeeld: onder meer een timbal (platte trom) en een agogo (dubbele koebel). Door te lopen, dansen en zwaaien, produceert hij een geluid en samen vormen de bezoekers een orkest. Op de muur, tegen de achtergrond van een prachtig zandstrand, zien ze zichzelf geprojecteerd.
Wereldmuziek in vernuftig ingerichte expositie
Door Yaël Vinckx
Leiden. In Bamako, de hoofdstad van Mali, vermengen muzikanten nieuwe ritmes met oude melodieën. In Berlijn hebben muzikanten een nieuwe vrijhaven gevonden. In New York maken ze de nieuwste muziek; in Tokio verkopen ze de nieuwste muziek. En in Rio de Janeiro mengen ze de meeste muziekstijlen.
Vijf wereldsteden koos gastconservator Ken Vos voor de tentoonstelling Music in Motion in het Museum Volkenkunde in Leiden uit. Het zijn, zo legt hij uit in een toelichting, steden die door vele muziekkenners als belangrijke ontmoeting- en broedplaatsen worden beschouwd en die hebben bijgedragen aan de globalisering van muziek.
Over de keuze valt te twisten. Want waarom koos Vos wel voor het Braziliaanse Rio de Janeiro, maar niet voor het Canadese Montréal, het land dat de afgelopen jaren als voorbeeld diende voor zo veel muzikanten en festivals? En waarom wordt Tokio als belangrijke consument wél genoemd, en Londen als belangrijke producent niet?
Op deze vragen geeft de tentoonstelling geen antwoord. Maar wie zich daar niet druk om maakt, en bereid is onbevangen door de zalen te lopen, ziet een prachtige expositie. De vormgeving, die werd uitgevoerd door het bedrijf Opera, is ronduit weldadig: door bijvoorbeeld de weelderige zwart-wit beelden en een uitgekiende belichting waant de bezoeker zich al snel in een intieme New Yorkse jazzclub.
En de installaties, van de hand van Rnul Interactive, zijn zeer vernuftig. Zo staat de bezoeker in de zaal Rio de Janeiro op een interactieve dansvloer waar hij een eigen sambaritme krijgt toebedeeld: onder meer een timbal (platte trom) en een agogo (dubbele koebel). Door te lopen, dansen en zwaaien, produceert hij een geluid en samen vormen de bezoekers een orkest. Op de muur, tegen de achtergrond van een prachtig zandstrand, zien ze zichzelf geprojecteerd.
Nederland speelt wel een belangrijke rol in de tentoonstelling, maar Amsterdam is geen muzikale wereldstad. Want, zo schrijft Vos, ‘Nederland heeft door stijgende onroerendgoedprijzen, een verslechterend klimaat jegens immigranten en een gestaag afnemend aantal podia zijn eens vooraanstaande plaats in de muziekwereld goeddeels verloren’.
En dus besteedt de expositie vooral aandacht aan de muzikale grensoverschrijdingen van vijftig jaar geleden: de Indo’s die rock-’n-roll naar Nederland brengen, de Surinamers die dan al jazz op de Amsterdamse Zeedijk spelen.
Dat is een beetje een domper. Want voor wie net de route door de prachtige zalen heeft afgelegd, met installaties waardoor hij zich in een platenzaak in Tokio waant, of in een sambaorkest op het strand van Rio, doen de filmpjes en foto’s over het Nederland van vijftig jaar geleden karig aan.
Dat is niet het enige bezwaar. „Muziek is tegenwoordig nauwelijks gebonden aan plaats”, constateert gastconservator Vos terecht. Maar waarom blijft de grote aanstichter van deze muzikale globalisering, internet, dan onderbelicht? Vooral in de elektronische muziek komen muzikanten al lang niet meer samen om een nummer te maken.
Juist zij sturen de aanzet voor een track naar diverse muzikanten en producenten over de hele wereld. Vervolgens wordt het basloopje in Engeland gemaakt en worden de vocalen in Australië ingezongen, waarna de diverse onderdelen via het net naar Nederland worden terug gestuurd om op een Groningse studentenflat aan elkaar te worden gesmeed – de werkwijze van het Nederlandse drum ‘n’ bass trio Noisia.
Music in Motion is een prachtige tentoonstelling, een lust voor het oog en het oor. Bovendien zijn er zolang de tentoonstelling loopt ook een aantal concerten met wereldmuziek. Alleen is de aankleding hedendaagser dan de inhoud. Music in Motion is als een hippe muziekfan, maar wel een met een conservatieve inborst.
De tentoonstelling Music in Motion. Rijksmuseum voor Volkenkunde, Leiden. T/m 23 augustus 2009 te zien. Open: dinsdag t/m zondag 10 – 17 uur. Inl. www.volkenkunde.nl.
Radio Rijnmond
For the sound installation with the poem of Jan Prins in the Maastunnel, Radio Rijnmond interviewed us about the work.
Leidsch Dagblad
Bron: Frontpage of Leidsch Dagblad, 10 oktober 2008
AVRO Museumbende
The AVRO Museumbende visited the permanent installation ‘Tekenen met je Hoofd’ (Draw with your Head) in Villa Zebra.
The museum received no less than five stars for whole exhibition.
The full length episode can be watched here.
Dagblad de Limburger
Kunstenaars met laptops als kwast
Het Rotterdamse kunstenaarsduo Rnul is neergestreken in het Odapark van Venray. Met hun interactieve installaties willen ze bezoekers op een ludieke wijze waarschuwen voor de toekomst.
Venray
Door Eric Seuren
Wandelen door het Theehuis in het Venrayse Odapark is vanaf zaterdag op geheel eigen risico. Elke stap die je als bezoeker in het gebouw zet, kan iets in beweging zetten, je aan het schrikken maken of vreemde beelden tervoorschijn laten toveren.
Het heeft alles te maken met de nieuwe tentoonstelling ‘Uw Ideale Ik’ van het Rotterdamse kunstenaarsduo Rnul in het park. Rnul, ofwel Aart Muis (26) en Rob Donkers (30), maakt installaties waarbij doodgewone voorwerpen of ruimtes worden gekoppeld aan een computer en een camera. Gevolg: als kijker wordt je onderdeel van het kunstwerk.
Neem nu de Koekoeksclub. Op het oog een reeks kitscherige koekoeksklokken. Maar dankzij een vernuftig verstopt cameraatje en een hoop electronica is het een ritmisch spel waarbij elke beweging van een bezoeker een ander ritme kan veroorzaken of zelfs planten aan het bewegen brengt.
En wat te denken van het ‘spiegelvenster’in de kelderruimte van het Theehuis. Neem een kijkje in deze spiegel en je krijgt een geheel nieuw gezicht te zien. Deels het jouwe, deels dat van een ander: “Als je in het scherm kijkt, wordt je hoofd meteen gefilmd, verknipt en worden er delen van de hoofden van andere bezoekers bijgeplakt”, legt Muis uit.
Het is een manipulatie van de werkelijkheid, maar op zich lijkt de maatschappij volgens het tweetal steeds meer op hun kunst. “Onze werken zijn stuk voor stuk gebaseerd op de huidige maatschappij waarin we leven. Het is tegenwoordig bijvoorbeeld steeds normaler aan het worden dat je bij een plastische chirurg je lichaam laat verbouwen.”
“Ook in de virtuele wereld Second Life op internet kun je je tegenwoordig een geheel andere, vaak perfecte identiteit aanmeten. En wat te denken van het manipuleren van foto’s en films. Het verschil tussen de digitale en realistsche wereld vervaagt. De volgende generatie kinderen zal straks niet meer kunnen onderscheiden wat echt en wat nep is.”
En daarvoor wil het tweetal met hun interactieve werken waaarschuwen. Maar niet door shockerende of indringende kunst te maken, maar met de nodige humor en interactie.
“We blazen de zaak met onze digitale en electronische installaties veelal op. Overdrijving”, stelt Muis. “Dat maakt het voor de bezoeker aangenaam om te kijken en zet ze later aan het denken. Tot nu toe zijn de reacties heel leuk en komen er bij bezoekers na een rondgang al heel snel discussies op gang.”
Muis en Donkers zijn inmiddels een half jaar actief als duo. Daarvoor werkten ze enkele jaren solo aan projecten.
Beiden hebben ze op de kunstacademie in Rotterdam de richting interactieve multimedia gevolgd. Een relatief onbekende, maar zeer diverse kunstrichting waarbij de computer het belangrijkste instrument is. “Wij zijn eigenlijk de moderne schilders. Bij de meeste van onze werken passen we steeds weer dezelfde technieken toe. Dat doen schilders ook. Onze kwast is echter een laptop geworden”, lacht Donkers.
Zaterdag om 20.00 uur wordt de tentoonstelling Uw Ideale Ik geopend. Daarbij zal het kunstenaarsduo de avond ‘aankleden’ met een dj set. De tentoonstelling is tot en met 12 augustus te bezichtigen. Meer informatie: www.odapark.nl.
Rnul on L1 Radio
Here’s an interview on the radio about the exposition in Odapark.
TV-Brussel item Tekenen met je Hoofd
Item of TV-Brussel about the Tekenen met je Hoofd (Drawing with your Head) installation in the Beursschouwburg, Brussels, Belgium
Volkskrant Blog ‘Thou shall not upgrade’
Ook Aart Muis, die zijn kloon-performance geeft, upgrade in zekere zin zijn originele zelf. Zij voorgeprogrammeerde ik-kloon, zijn ‘second head’ zoals hij het zelf noemt, is een experiment rond het idee van interactie over idee van ‘multi-tasking’ tussen kunstenaar en zijn publiek. De reden dat hij het werk maakte, zo vertelde hij, is een initiëring van zijn behoefte de technologie te gebruiken om meerdere taken tegelijk uit te voeren. Techniek ziet hij als verlengstuk van zijn eigen lichaam, waarmee hij meer controle over zijn eigen vermogens en hierover meer interactie met het publiek op gang wil brengen.
de persoonlijke mogelijkheden van het eigen lichaam en zenuwstelsel van de beschouwer. Zij zagen de technieken toen nog als kunstmatig verlengstuk van hun natuurlijke lichamelijke vermogens.
In de hedendaagse digitale mediacultuur wordt de techniek echter niet langer alleen gebruikt als een instrument om onze alledaagse bestaan te verlichten ofwel als verlenging van het menselijke lichaam, maar is daarnaast ook een middel voor artistieke expressie van de hedendaagse kunstenaar, ofwel middelen die dienen als externalisatie van de innerlijke mens in haar waarneming strategieën van de wereld om haar heen.
Muis’s behoefte om zijn tweede hoofd te gebruiken om een intensievere interactie met zijn publiek op gang te brengen, sluit kortom aan bij het op individuele interactie en constructie georiënteerde gebruik van de technische media tegenwoordig. Onze waarneming van een kunstwerk is niet langer een eenrichtingsverkeer, van kunstwerk naar beschouwer, maar vraagt om actieve participatie van het publiek. Deze interactie is dan bedoeld om samen met de kunstenaars op zoek te gaan naar technische mogelijkheden in relatie tot de intrinsieke potentie van het menselijke lichaam en de wensen die daardoor bij de moderne mens bestaan.
Dat zijn werk in de initiëringfase verkeert, zoals hij zelf sprekend aangeeft, wanneer vragen over de traagheid van de antwoorden van zijn kloon opspelen, werd duidelijk toen de vragen die het publiek stelde niet zo snel door zijn kloon konden worden beantwoord als wij in de snelle wereld van tegenwoordig gewoon zijn. Het doet je direct beseffen dat iedere technologisch verlenging een voorprogrammering van een downgradable origineel individu veronderstelt. Het publiek bleef dan ook vragen rondom de intentie van de kunstenaar en de relatie tussen hem en zijn kloon formuleren.
Ook werd duidelijk dat wanneer je een interactief werk maakt en presenteert, je aangeeft te veronderstellen dat een werk nooit af is voordat het dialogische verkeer over de achterliggende concepten, op gang is gebracht. Ideeën en concepten werken door in de gedachten van je publiek, genereren feedback en kunnen zo leiden tot nieuwe kunstenaars experimenten, waarmee een gelijkend proces op gang kan worden gebracht. Een kunstwerk kent op die manier een open einde dat tot doel heeft zowel de kunstenaar als zijn publiek te inspireren in dit gedachteproces en zowel de kunstenaar zelf alsook zijn publiek te inspireren en te stimuleren nieuwe originele concepten te formuleren.
Tegen half elf, nadat we een virtuele interactie met de kloon van Aart Muis hebben ervaren, kwamen de eerste vragen en visies naar aanleiding van de drie prologen, zoals Evers ze betiteld, langzaam uit het publiek naar voren. Max Bruinsma die met zijn idee van originaliteit en de noodzaak dit concept te upgraden naar het idee van aanpassing veel vragen bleek te hebben opgeworpen, werd steeds weer uitgedaagd zijn stelling verder te beargumenteren. Een kunstenares in het publiek vroeg hem hoe hij het verband tussen intuïtieve ideeënontwikkeling en eclecticisme beziet. Zij gaf aan haar werkproces altijd vanuit een persoonlijke ingeving aan te vangen en zich niet puur door het verleden te willen laten dicteren in haar ontwikkeling als autonoom kunstnaar.
Zowel Bruinsma alsook Stolk waren van mening dat je moet uitkijken met een dergelijke werkwijze, omdat je zo het risico loopt het verleden te herhalen in plaats van het verleden aan te passen aan de maatstaven en wensen van het heden. We hebben het verleden kortom enerzijds nodig om te leren wat er al is gezegd, geschreven en gedaan en anderzijds om er een unieke hedendaagse kleur aan te geven. Wij hebben het verleden nodig om vanuit de gedeelde kennis van het verleden elkaar te verrassen en inspireren in het heden.
De conclusie van de avond onder de sprekers was dat we niet zomaar onbezonnen moeten upgraden omdat dit zonde zou zijn in het licht van wat er al is bedacht, geschreven en ontworpen en tot onoverdachte, het verleden herhalende en misschien wel onwenselijke ontwikkelingen zal leiden.
Het concept originaliteit is echter contextueel bepaalbaar, ofwel afhankelijk van de tijd en plaats waarbinnen het concept waarde zal krijgen. Volgens de sprekers is iets tegenwoordig origineel wanneer het enerzijds aansluit bij de cultuur uit het verleden en anderzijds wanneer je je publiek kan verrassen. Interactie met elkaar en het publiek en onderzoek naar mogelijke nieuwe strategieën ten aanzien van de relatie tussen kunst, techniek en wetenschap zijn in de overdenking van mogelijke toekomstige technische concepten een belangrijke voorwaarde om dit proces van upgrading van hedendaagse originaliteit op gang te kunnen brengen.
Randstad Vandaag
Ronald de Blauw wrote an article about us in our new studio at the quarantine area in Rotterdam.
Omrop Fryslân TV
Item on Omrop Fryslân TV about Hannah Talbot and Rob Donkers at the artist in residence project of the Media Art Friesland Festival at kunsthuis Syb Beetsterzwaag
De Volkskrant
Bron: de Volkskrant 9 oktober 2003
De Havenloods
Bron: Havenloods 2 oktober 2003
Rotterdams Dagblad
Bron: Rotterdams Dagblad 27 juni 2003